Mijn oma zat altijd vol tips voor een lang en gezond leven. Zo at ze alleen groenten uit haar eigen moestuin, maakte ze zelf jam en slikte ze in de maanden met een ‘r’ erin extra vitaminen. ‘Wij eten altijd veel fruit, gaan op tijd naar bed en zijn nooit ziek,’ zei ze glunderend.
Ik vond het geweldig om als kind mijn oma te helpen met aardbeien plukken. Ze woonde, samen met mijn opa, aan een meertje vol eenden en zwanen dicht bij een uitgestrekt bos. Mijn opa had hun huis met zijn blote handen gebouwd. Volgens oma was het belangrijk om voldoende te bewegen. Samen met opa maakte ik lange wandelingen in de natuur. ‘Het water bij ons uit de kraan komt uit een bron in het bos,’ vertelde hij tijdens zo’n wandeling. ‘Het is heel erg gezond.’ De waterbron, de moestuin en de zwanen prikkelden mijn fantasie. Mijn opa en oma woonden in een sprookjeshuis, met een betoverende tuin dichtbij een geheimzinnig bos.
Nu ik volwassen ben weet ik dat er niet veel mensen zijn die zo mooi wonen. Weinig mensen drinken water uit een zuivere bron en eten groenten uit eigen tuin. Ook mijn ouders en ik zijn niet zo bevoorrecht. Wij zijn afhankelijk van wat de supermarkt ons biedt. Maar waar komt dat eten eigenlijk vandaan? En wat is er allemaal mee gebeurd voordat het in de winkel belandt? Mijn oma had ooit een lijst gekregen in het ziekenhuis. Op die lijst stonden E-nummers. Dat zijn hulpstoffen die aan eten worden toegevoegd. Achter ieder nummer stond vermeld of deze stof wel of niet schadelijk was voor de gezondheid. Zo was citroenzuur (E330) volgens de lijst kankerverwekkend. Ik lette er altijd goed op dat ik geen producten kocht met deze toevoeging en kocht alleen producten waar citroensap op stond vermeld. Helaas zijn mijn opa en oma inmiddels overleden. En met hun heengaan is de lijst met E-nummers zoek geraakt. Gelukkig leven wij nu in het digitale tijdperk. Een tijd waarin je alles kunt vinden op Internet. Ouderwets gezond verstand lijken we niet meer nodig te hebben, want Google heeft alle antwoorden voor ons zo opgezocht. En wat blijkt, volgens Internet is citroenzuur helemaal niet slecht voor de gezondheid. Het blijkt een broodje aap verhaal te zijn. Heb ik al die jaren voor niets zo mijn best gedaan dat ingrediënt te vermijden?
Volgens het voedingscentrum zijn E-nummers: stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze te verbeteren, bijvoorbeeld om de houdbaarheid ervan te kunnen garanderen. Maar wordt een product er wel gezonder op als er iets aan wordt toegevoegd waardoor het langer houdbaar is dan normaal gesproken? Op de website van het voedingscentrum staat dat deze hulpstoffen van nature niet in voedsel voorkomen en geen voedingswaarde hebben. Ze worden toegevoegd om de kwaliteit van het product te vergroten. Het product blijft bijvoorbeeld langer goed, ziet er mooier uit of ruikt of smaakt beter. Maar wat voor kwaliteit bedoelt het voedingscentrum eigenlijk? Gaat het erom de consument een zo gezond mogelijk product aan te bieden? Of is het gericht op de producent, die een zo aantrekkelijk mogelijk product wil aanbieden, zodat er zoveel mogelijk van wordt verkocht? Volgens de website zijn er inderdaad publicaties in omloop die mensen waarschuwen voor bepaalde E-nummers, omdat deze schadelijk voor de gezondheid zouden zijn. Maar het voedingscentrum drukt ons op het hart dat alle E-nummers door de overheid gecontroleerd en veilig bevonden zijn. Een E-nummer biedt de zekerheid dat wij er niet te veel van binnenkrijgen. Weet de overheid dan precies hoeveel wij van iets eten of drinken? En heeft de overheid het echt zo goed voor met onze gezondheid? Volgens Foodwatch is Nederland koploper op het gebied van kindermarketing voor ongezond voedsel. Zelfs scholen worden betaald door frisdrankfabrikanten om er frisdrankautomaten te plaatsen en bij te vullen. De school krijgt o.a. een vergoeding voor de omzet. Dus op het aantal blikjes dat door de leerlingen wordt gedronken!
Gelukkig kunnen wij als consument ook zelf nog nadenken. Al is het voor ons moeilijk om precies te weten wat er in producten zit, rundvlees of paardenvlees, tot op zekere hoogte kun je zelf inschatten wat gezond is en wat niet. Sommige mensen maken er zelfs een sport van om te kijken naar de bizarre producten die je soms in de supermarkt vindt. De website van Keuringsdienst van waarde noemt deze producten ‘gebakken lucht’, zoals de frisdrank ‘Spa fruit lemon cactus’ waar maar liefst 0,1% cactus in zit! Mijn oma had er smakelijk om gelachen.
Esther Derks @ Dubium © 2016